SAMEN HOOP BLIJVEN HOUDEN
Op 8 september kom ik aan op Lesbos. Exact vier jaar na de rampzalige brand in kamp Moria in de nacht van 8 op 9 september 2020. 14.000 mensen ontvluchtten de vlammenzee en raakten opnieuw ontheemd. We bezoeken de plaats waar Moria zich bevond. Het terrein mogen we niet op; het is afgesloten, bezit van defensie. Een collega deelt herinneringen aan die nacht en de periode daarna. De chaos, de wanhoop. De hulp die op gang kwam. De hoop op, nu echt, verandering. Ze huilt, dan ik ook. Niet alleen om wat toen gebeurde, ook om hoe het nu is.
De brand wakkerde, hoe cynisch ook, ook hoop aan. Europa werd wakker. De onmenselijke omstandigheden en mensenrechtenschendingen in de kampen aan de buitengrenzen van Europa en de onhaalbaarheid van grenslanden die als eerste land van aankomst verantwoordelijk zijn voor de opvang en asielprocedure van vele duizenden mensen die jaarlijks aankomen, worden zichtbaar. Van noord tot zuid en van links tot rechts klinkt de roep om verandering: No more Moria’s.
Vier jaar later zijn op de vijf grootste Griekse eilanden in de Egeïsche zee nieuwe kampen gebouwd die in bijna alles doen denken aan gevangenissen. Deze kampen en de grensprocedures die mensen zo snel mogelijk door hun asielprocedure moeten leiden, vormen de blauwdruk voor het nieuwe Europese grensbeleid zoals dat is vastgesteld in het eerder dit jaar gesloten Europese Migratiepact.
Schrijnend tekort
De opvangfaciliteiten, op de meeste eilanden in gloednieuwe kampen met strenge restricties, zijn veranderd. Wat niet veranderd is, is het schrijnende tekort aan voorzieningen zoals gezondheidszorg, de onmenselijkheid van het systeem en de structurele schendingen van mensenrechten.
De context blijft veranderen. Voor het eerst sinds jaren zijn de meeste mensen die in kamp Mavrovouni op Lesbos aankomen afkomstig uit Syrië. Zij ontvluchten Turkije, waar meer dan drie miljoen gevluchte Syriërs verblijven. De druk loopt daar op: Syriërs staan bloot aan systematische discriminatie en uitsluiting en meer en meer ook aan geweld.
Vluchtroutes
Een andere verandering is dat op de vijf eilanden minder mensen verblijven. Steeds vaker komen mensen aan op de vele kleinere eilanden in de Egeïsche zee waar geen aanmeldcentra of opvangfaciliteiten gevestigd zijn. Vanuit hier worden ze naar kampen op het vasteland gebracht. De vluchtroutes veranderen in reactie op veranderend grensbeleid. De korte overtocht tussen Turkije en Lesbos wordt streng bewaakt en boten worden zo veel mogelijk tegengehouden en teruggestuurd. Op de zuidelijke route, die bijvoorbeeld naar Kos en Kreta voert, is dat minder makkelijk en dat geldt nog meer voor de vele kleinere eilanden. Gevaarlijk, want ook het risico op niet gezien en gered worden bij nood is groter op deze routes.
Situatie het hoofd bieden
Daarnaast zien we op Lesbos en de andere vier eilanden nog steeds een snelle ‘doorstroom’ van mensen. Asielprocedures worden soms razendsnel doorlopen – de ‘fast track procedure’ uit het Migratiepact – en mensen worden zo snel mogelijk doorgestuurd naar kampen op het vasteland. Intussen is in geen enkel kamp voldoende zorg aanwezig. Op Lesbos en in Athene spreek ik met andere medische organisaties. Het zijn er nog slechts een handvol. We bespreken hoe we de situatie het hoofd kunnen bieden. Kunnen we, naast Lesbos, ook op de andere eilanden zorg bieden? Wat is mogelijk op het vasteland? We brengen de situatie in kaart. In de komende maanden zullen we onderzoeken op welke manier we ervoor kunnen zorgen dat ook de mensen op de andere eilanden toegang tot gezondheidszorg krijgen. Kijken hoe we onze inzet kunnen spreiden. Met minder mensen in de verschillende kampen, en dus minder zorgvraag, kunnen we dat af met kleinere teams. We exploreren wat we kunnen met mobiele inzet.
Onze hoop op structurele verbetering op korte termijn is klein. We richten onze hoop op datgene waarin we zelf een verschil kunnen maken: het bieden van zorg met een menselijk gezicht daar waar mensen dit nodig hebben. We hopen nog dit jaar, kleinschalig, van betekenis te zijn op andere eilanden. Daar richten we ons op. Daar hebben we jullie bij nodig. Jullie vrijwillige inzet, jullie financiële bijdragen. Want alleen samen maken we verschil. Omdat het moet, en omdat het kan.
Wil jij ook bijdragen aan ons werk? Doneer hier!